Hoe het begon…

De oorsprong van de huidige tafeltennisvereniging Quick’20 ligt bij het Carmellyceum. Hier werd in 1959 door een klein clubje waaronder de heren Ankoné, van Benthem, Holsbeek al flink tegen het celluloid getimmerd. Hun kunnen was zo groot dat er van de tafeltennisbond, afdeling Twente, zelf het verzoek kwam om competitie te gaan spelen. De naam van de club destijds “de Tukkers”.

Om bezoekers van andere verenigingen te kunnen ontvangen werd uitgeweken naar de locatie van café “Heideman”. Deze plek was verre van ideaal, er waren geen kleedruimten en er was slechts plaats voor één tafel. Door de groei van het aantal leden was men al snel aangewezen op een ander onderkomen. Dit werd gevonden in het gebouw van de verkenners aan de Oude Weerselosestraat. Aangezien er geen geld was voor een nieuwe tafel werd contact gezocht met de supportersvereniging van het overkoepelende orgaan van voetbalvereniging Quick’20.
Dit contact leverde de club een tweede tafel en tevens een nieuwe naam op, TTV Quick’20. De club moest wederom verhuizen dit keer naar “Engebertink” alwaar men zelfs 1e klasse speelde. Contributie destijds junioren f 15.- en senioren f 25.- per jaar.

Via de OLTS(Oldenzaalse Lotto en Toto Stichting) kreeg de club weer een nieuwe tafel en weer een nieuw onderkomen, dit keer het inkorflokaal van een duivenvereniging (met kleedruimte). Het stoof hier af en toe zo dat het balletje soms niet meer te zien was. In de volgende locatie mocht het beslist niet stuiven. Dat deed het dan ook niet.

Bij café “Heininks Betske” (alweer een café) hadden we weer andere problemen. Wilde je hier een balletje slaan moest je eerst 100 stoelen en tafels opruimen. Hier kon het ook gebeuren dat je twee dagen voor een wedstrijd bericht kreeg dat het niet door kon gaan vanwege een bruiloft of tentoonstelling. De vloer was daarna nog gladder dan hij al was. Dit was ook een van de redenen dat we van de bond moesten uitzien naar een ander plek.

Er was ruimte in de fabriekshal van het voormalige “Molkenboer”complex. Hier was het voorzichtig manoeuvreren tussen de met centimeters dik schuimrubber bedekte pilaren. Tevens gaven de verwarmingsbuizen die twee meter boven de tafel zaten, een extra dimensie aan het spel. Ook deze speelgelegenheid was voor ons en de bond niet acceptabel.

Voor het eerst in onze geschiedenis kregen we de beschikking over een echte accommodatie in de gymzaal van de “Meijbree”. Hier kon je met goed fatsoen je bezoekende vereniging ontvangen. Koffie, bier, frisdrank werden meegenomen en bij entree genuttigd. Daarna werd uitgebreid nagekaart bij café “Roord”. Plannen voor een eigen clublokaal bij de “Meijbree” stuitten op te veel bezwaren van de gemeente. Toen zich de mogelijkheid voordeed om de club onder te brengen in het nieuwe gymlokaal bij het politiebureau hebben we deze kans met beide handen aangepakt. Ook hier hadden we geen kantine, maar wel een opbergruimte voor de tafels, die tot bar werd omgebouwd alwaar we tot in de kleine uurtjes heel gezellig bij elkaar konden zitten. De behoefte aan een eigen clubgebouw werd steeds sterker. Vanaf dat moment heeft het toen zittende bestuur zich hard gemaakt voor een eigen clubgebouw. Om dit te realiseren moest menige gemeentelijke en financiële hobbel worden genomen.

Uiteindelijk kreeg de club in 1984 zijn felbegeerde eigen home. Ook tegenwoordig is een eigen clubgebouw/kantine zowel in sportief als financieel opzicht nog steeds noodzakelijk. Ook de huidige sporter/tafeltennisser wil naast de sport een plek waar hij/zij met clubgenoten bijeen kan zijn. Een vereniging is tenslotte meer dan alleen een potje tafeltennissen.

Geen reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *